Joanna Macy beschrijft twee verschillende vormen van hoop:
De eerste is hoop waarbij de uitkomst waar je op hoopt redelijkerwijs zou kunnen gebeuren. En als je het gevoel hebt dat iets buiten je bereik ligt, dat het niet gaat gebeuren, en dat je er weinig invloed op hebt, dan kun je er ook maar beter niet op hopen. Hoop als passief proces. Het is er of het is er niet en dat hangt zo’n beetje af van de kans dat dat waar je op hoopt ook daadwerkelijk gaat gebeuren.
De tweede betekenis van hoop, dat wat Joanna Macy actieve hoop noemt, heeft meer te maken met verlangen. Wat zou je graag willen dat er zou gebeuren? Dit is het startpunt waarin je een richting kiest en een verschil maakt, hoe klein ook. Deze actieve hoop wacht niet tot iets vanzelf gaat gebeuren, maar maakt dat je actief deelnemer wordt in het proces van het teweegbrengen van dat waar je op hoopt (of naar verlangt).
Actieve hoop is een oefening. Het is eerder iets dat je doet dan iets dat je hebt.
Het is een proces dat 3 stappen heeft:
1. Een helder zien van de realiteit
2. Bepalen wat het is waar we op hopen in de vorm van een richting die we op willen groeien of in lijn met de waarden waar we voor staan.
3. Stappen zetten om onszelf of de situatie in die richting te bewegen.
Actieve hoop heeft ook niet nodig dat we optimistisch zijn over de uitkomst. Zelfs als we ons hopeloos voelen kunnen we actieve hoop beoefenen. Het belangrijkste hier is onze intentie en de richting van ons handelen.
We houden ons niet bezig met dingen als ‘haalbaarheid’ en laten daar ook niet onze acties vanaf hangen. Zo kunnen we onze plek innemen in een transformatie die ons allemaal aangaat.